Twee experimentele vogelgriepvaccins bieden legkippen langdurige bescherming. Dit blijkt uit lopend onderzoek van Wageningen University & Research. Kippen van 24 weken oud blijken goed beschermd tegen het virus, vooral na een tweede vaccinatie.

In niet-gevaccineerde controlegroepen stierven alle dieren, terwijl bij kippen met een enkele vaccinatie een sterftecijfer van 10 procent werd vastgesteld. Kippen die een booster kregen, overleefden allemaal. Daarnaast vertoonden de gevaccineerde kippen geen ziekteverschijnselen en verspreidden ze minder virusdeeltjes dan de niet-gevaccineerde kippen.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselveiligheid en Natuur. Op twee boerderijen wordt getest hoe effectief de vaccins zijn. Daarbij worden kippen doelbewust besmet met vogelgriep om de bescherming te meten.

Het onderzoek bestaat uit vier studies. Uit de eerste resultaten blijkt dat de kippen acht weken na vaccinatie volledig beschermd waren. De tweede studie toont aan dat deze bescherming langer aanhoudt.

Elke studie onderzoekt een nieuwe groep kippen. Een groep van zeshonderd kippen kreeg één vaccinatie, een tweede groep kreeg daarnaast een booster en een derde groep bleef ongevaccineerd. Per studie worden twintig kippen uit elke groep geanalyseerd.

Ondanks de positieve resultaten kunnen nog geen definitieve conclusies worden getrokken. Het is nog onduidelijk of gevaccineerde kippen het virus kunnen dragen zonder zelf ziek te worden en of ze andere dieren kunnen besmetten.

Het veldonderzoek loopt tot het derde kwartaal van 2025. Verdere gegevens zijn nodig om een volledig beeld te krijgen van de effectiviteit van de vaccins.